Persoonlijkheidstesten -» Familie / Ouders / Broers / Zussen

Ben ik een slechte moeder?

16 Vragen - Ontwikkeld door: - Geactualiseerd op: 19.08.2023 - 2.012 keer opgeroepen - 4 mensen vinden het leuk

Een slechte moeder genoemd worden is zeker de ergste nachtmerrie van veel moeders. De meeste moeders maken zich alleen ten onrechte zorgen. Maar er zijn er voor wie het waar is en die hun kind schade berokkenen door hun eigen gedrag.
In deze test kunnen moeders de tekenen ontdekken dat hun kind slecht wordt opgevoed en zichzelf testen om te zien of ze de manier waarop ze hun kind opvoeden moeten veranderen of dat alles in het groen staat.

In totaal moeten 16 vragen worden beantwoord om een bijbehorend resultaat te krijgen.

1

Heb je ooit je kind geslagen?

Nee, nooit.
Ik heb er ooit mee gedreigd, maar het nooit gedaan.
Ik heb mijn kind al een keer geslagen.
Ja, dat heb ik.

2

Heb je ooit je kind beledigd?

Nee, ik heb er nooit aan gedacht.
Nee. Zelfs als ik het zou willen.
Ik ben het misschien een keer ontglipt.
Ja.

3

Krijgt jouw kind altijd/nooit wat hij/zij wil van jou? (Speelgoed, snack ... )

Hij/zij krijgt altijd wat hij/zij wil.
Ik wil het mijn kind wel geven, maar soms moet er een grens gesteld worden.
Vrij zeldzaam.
Zeer zelden/nooit.

4

Dwing je je kind om door te gaan met hobby's (paardrijden, sport, muziek) ook al heeft je kind je al verteld dat hij of zij de hobby niet meer wil voortzetten?

Nee. We stoppen meteen en zoeken iets anders.
Natuurlijk zou ik mijn kind weer aanmoedigen of proberen de reden te achterhalen. Maar het heeft geen zin als mijn kind het echt niet meer wil.
Ik zou het doen als ik dacht dat het mijn kind zou opleiden en hem of haar later zou helpen.
Ja, er moet iets van mijn kind terechtkomen.

5

Zou je te laat komen voor een belangrijke afspraak van je kind (bv. op school) omdat hij/zij je van tevoren erg overstuur heeft gemaakt? Dus als straf?

Nooit! Integendeel, ik wil er echt voor elke afspraak en gebeurtenis zijn.
Dit is geen passende straf.
Als het me echt tegen de muur joeg.
Als het me echt tegen de muur joeg.

6

Ben je soms chagrijnig of geïrriteerd door je kind zonder reden?

Nee, nooit.
Nee, niet zonder reden.
Het is eerder gebeurd.
Ja, vaker.

7

Is wat andere mensen denken belangrijker voor je dan wat je kind van je vindt?

Nee. Mijn kind is altijd belangrijker voor mij.
Het laat me niet koud, maar mijn kind is uiteindelijk belangrijker voor me.
Soms.
Ja, de mening van anderen zijn vaak belangrijker voor mij.

8

Vertoon je problematisch gedrag (roken, drinken, veel huilen) in het bijzijn van je kind?

Nee, nooit.
Ik probeer het te vermijden.
Ja, soms.
Ja.

9

Heb je ooit je kind afgewezen, ook al wilde het je genegenheid?

Nee, nooit.
Heel zelden.
Ja, omdat ik geen tijd had.
Ja.

10

Maak je ook tijd voor je kinderen, ook al ben je vaak weg?

Mijn tijd is voor mijn kinderen!
Ik probeer genoeg tijd voor hen vrij te maken naast de stress van het dagelijkse leven en werk.
Ik ben vaak weg vanwege mijn werk.
Nee, vanwege werk en andere redenen.

11

Heb je erg hoge verwachtingen van je kind? Deze omvatten topcijfers, vlekkeloze persoonlijkheid, modelgedrag ...

Nee, het belangrijkste is dat hij of zij gelukkig en veilig is.
Natuurlijk heb ik verwachtingen. Maar ik laat mijn kind ook zijn eigen weg gaan.
Ja, zodat mijn kind beter af is dan ik.
Ja, mijn kind moet later iets worden.

12

Wil je dat je kind jouw gemiste kansen (bijv. droombaan) nu beleeft in plaats van jou?

Nee.
Het zou leuk zijn, maar ik zou het nooit forceren.
Ik zou proberen het in die richting te sturen.
Ja. Maar de prioriteit blijft dat het succesvol wordt.

13

Voel je je beledigd als je kind wensen heeft die niet overeenkomen met jouw suggesties?

Ja, uiteindelijk wil ik dat mijn kind bij mij is en veilig is. Als hij/zij niet wil dat ik er ben of zichzelf in gevaar brengt, word ik snel boos.
Nee.
Hangt af van de wensen van mijn kind.
Ja, hij/zij weet niet echt wat hij wil. Ik weet wat het beste is voor mijn kind.

14

Heb je vaak kritiek op je kind?

Nee, nooit.
Alleen als hij of zij iets ernstig verkeerd heeft gedaan.
Ja, van tijd tot tijd.
Ja, vaak.

15

Dreig je vaak met straf en gebruik je angst als motivatie om je kind te laten doen wat je zegt?

Nee, ik straf zelden.
Nee. Ik bestraf wangedrag met gewone straffen zoals een verbod.
Ja, dat is een beetje waar.
Ja, dat is waar.

16

Wanneer jouw kind zich misdraagt, hoe gedraag jij je dan?

Het lukt me niet om me te laten gelden.
Afhankelijk van het wangedrag krijgt hij/zij een passende straf.
Ik tolereer zulk gedrag niet, hij/zij krijgt zeker een zware verbod als straf.
Ik verneder het of bedreig het met geweld.

commentaren (0)