×
Ontwikkel een quiz
Schrijf fanfiction
Mijn testen
Categorieën
▼
Acteurs
Boeken
Carrière
Cartoon & Manga
Denktesten
EQ Tests
Testen voor fans
Fanfictions
Film
Games en spelletjes
Gezondheid
IQ tests
Kennis
Liefde & relaties
Muziek
Onschuldtesten
Persoonlijkheid
Pret & fun
Rijbewijs
Sterren
Sport
Talen
Top 10 lijstjes
TV series
Sociale medias
Voor mannen
Voor vrouwen
Nieuwe testen
Categorieën
Acteurs
Boeken
Carrière
Cartoon & Manga
Denktesten
EQ Tests
Testen voor fans
Fanfictions
Film
Games en spelletjes
Gezondheid
IQ tests
Kennis
Liefde & relaties
Muziek
Onschuldtesten
Persoonlijkheid
Pret & fun
Rijbewijs
Sterren
Sport
Talen
Top 10 lijstjes
TV series
Sociale medias
Voor mannen
Voor vrouwen
Nieuwe testen
Ontwerp
Ontwikkel een quiz
Mijn testen
Schrijf fanfiction
Kennis en Trivia testen
-»
Politiek / Bestuur
Bestuurlijke Informatieverzorging
37 Vragen - Ontwikkeld door:
Anthony Timmers
- Ontwikkeld op:
15.04.2014
- 5.023 keer opgeroepen
1
Uit de omschrijving van een organisatie zijn de volgende kenmerken af te leiden
Welke hoort er niet bij?
Doelmatig
Doelbewust
Doelbepalend
Doelgericht
2
Voorwaarden voor het slagen van de doelrealisatie van een organisatie zijn
Welke hoort er niet bij?
Aanwezigheid van een ondernemingsplan
De afdeling financiën heeft de leiding
Personele bezetting
Passende middelen zijn beschikbaar
3
Control houdt in
Het nemen van corrigerende maatregelen
Het vastleggen en analyseren van verschillen
Het regelmatig vergelijken van de IST situatie met de SOLL situatie
Alle bovenstaande beweringen zijn correct
4
De Balanced Score Card hanteert 4 perspectieven van waaruit de organisatie wordt beoordeeld. Welke hoort daar niet bij?
Innovatie
ICT
Financieel
Interne Organisatie
5
I Control en controle zijn dezelfde begrippen.
II Tactische beslissingen worden ook aangeduid met management control.
Beide beweringen zijn juist.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
Beide beweringen zijn onjuist.
6
I Een operationele beslissing betreft de dagelijkse gang van zaken.
II Een tactische beslissing wordt ook wel een operationele beslissing genoemd.
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
Beide beweringen zijn juist.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
Beide beweringen zijn onjuist.
7
Welke functie is uit hoofde van functiescheiding het minst van belang?
Uitvoeren
Registreren/controleren
Beschikken
Bewaren
8
Een inkoper, die een inkoopcontract met een leverancier afsluit, heeft in het kader van functiescheiding een
Beschikkende functie
Controlerende functie
Registrerende functie
Bewarende functie
9
Voorbeelden van primaire processen bij een handelsbedrijf zijn
Welke hoort er niet bij?
Financieel-administratief proces
Inkoopproces
Opslagproces
Verkoopproces
10
Voorbeelden van secundaire processen bij een productiebedrijf zijn..
Welke hoort er niet bij?
Onderhoud gebouwen
HRM
Financieel-administratief proces
Opslag (grondstoffen)
11
Bij de financieel administratieve functie wordt gesproken over de beheersing van de geldbeweging. De verhouding tussen het resultaat ( winst) en het geïnvesteerd vermogen, waarmee dit resultaat bereikt is, wordt aangeduid met het begrip:
Rentabiliteit
Liquiditeit
Solvabiliteit
Kritieke succes factor
12
I Een voorbeeld van een waardekringloop-verbands-controle is:
Voorraad-goederen-eind-week = Voorraad-goederen-begin-week + Inkopen - Verkopen
II Een voorbeeld van een waardekringloop-verbands-controle is:
Schulden-eind-week = Schulden-begin-week - Inkopen + Betalingen
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
Beide beweringen zijn onjuist.
Beide beweringen zijn juist.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
13
Een voorbeeld van tactische informatie is:=
De lijst met klanten die morgen bezocht moet worden
De lijst met openstaande debiteuren
Het marktaandeel
De tot en met mei gerealiseerde omzet ten opzichte van budget
14
Informatie over de marktontwikkeling, de concurrentie, de economische ontwikkelingen heeft voor een organisatie betrekking op informatiebehoeften op
Management niveau
Operationeel niveau
Strategisch niveau
Tactisch niveau
15
Wat behoort niet tot de kwaliteitseisen van informatie?
Juistheid
Overzichtelijkheid
Onderhoudbaarheid
Volledigheid.
16
Wat behoort niet tot de kwaliteitseisen van het gegevensverwerkend proces?
Privacy
Uitgebreidheid
Continuïteit
Controleerbaarheid
17
ERP staat voor ..
Entire Resource Planning
Entreprise Requirements Planning
Entire Requirements Planning
Entreprise Resource Planning
18
Bij het ontwerpen van de Administratieve Organisatie voor een bedrijf worden de volgende vragen beantwoord. Welke hoort daar niet bij?
Wat is de SOLL situatie per proces?
Welke processen zijn er?
Welke ICT software-systemen zijn er?
Welk type organisatie?
19
Voorbeelden van preventieve beheersings-maatregelen zijn . Welke hoort er niet bij?
Aanwezigheid van procedures
Verbands-controles ( bijvoorbeeld toename schulden aan crediteuren en toename voorraad grondstoffen )
Vaststellen van taken en bevoegdheden
Gebruik maken van normen en plannen
20
Voorbeelden van repressieve beheersings-maatregelen zijn . Welke hoort er niet bij?
Afstemming registraties met de werkelijkheid
Aanwezigheid instructies voor uitvoering
Controleregisters
Afstemming registraties
21
Voorbeelden van geprogrammeerde application controls zijn . Welke hoort er niet bij?
Redelijksheidscontrole
Verbandcontrole
Materiële controle
Bestaanbaarheidscontrole
22
I Een financiële instelling (zoals een Bank) is een organisatie, die niet voor de markt produceert.
II Een Gemeente ( overheidsinstelling) is een organisatie, die voor de markt produceert, zonder doorstroming van eigen goederen.
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
Beide beweringen zijn onjuist.
Beide beweringen zijn juist.
23
I Een voorbeeld van een formele controle is de controle op de vereiste parafen op een inkoopfactuur.
II Een voorbeeld van een directe controle is de controle van het aantal geproduceerde producten met het aantal ingezet productiepersoneel.
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
Beide beweringen zijn juist.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
Beide beweringen zijn onjuist.
24
Een backorder is:
Een order, die wacht op uitlevering, nadat de goederen van de leverancier ontvangen zijn
Een niet-geaccepteerde order (back to client)
Een terugzending (retour)
Een order naar de leverancier
25
Het percentage klantenorders dat direct vanuit voorraad kan worden uitgevoerd, komt tot uiting in:
Het voorraadniveau.
Het assortiment.
De servicegraad.
De leveringstijd.
26
Bij voorfacturering wordt:
De factuur aangemaakt voordat de goederen uit het magazijn gehaald worden
De factuur gelijktijdig met de goederen gestuurd
De factuur verstuurd voordat de goederen geleverd worden
Betaald voordat de goederen geleverd worden
27
De volgende activiteiten zijn elk een fase in het verkoopproces.
De levering
De factuurcontrole
De orderbeoordeling
De orderontvangst
28
Welke van de volgende activiteiten zijn elk fasen van het verkoopproces en staan in de goede volgorde?
Orderverkrijging, orderontvangst, orderbeoordeling en orderverwerking
Orderbestelling, orderontvangst, orderbeoordeling
Orderontvangst, orderbeoordeling, factuurcontrole, levering
Orderontvangst, ordervastlegging, orderverwerking
29
Wat is een three-way-match?
De controle van de inkoopfactuur met de betaling en de bestelling
De controle van de bestelling met de voorraadhoogte en de leveranciersdocumentatie
De controle van de goederenontvangst met de pakbon en de bestelling
De controle van de inkoopfactuur met de bestelling en de ontvangst
30
Een inkoopcontract wordt afgesloten om afspraken met leveranciers voor langere termijn te maken. In deze inkoopcontracten wordt de levering overeengekomen van een vaste hoeveelheid met een vaste kwaliteit tegen veelal een vaste prijs., De gecontracteerde hoeveelheid moet hetzij ineens hetzij in gedeelten binnen een bepaalde periode worden afgenomen. Van welk type inkoopcontract is hier sprake:
Raamcontracten.
Afnamecontracten
Oogstcontracten
Afroepcontracten
31
Inkoopfacturen moeten worden gecontroleerd door de financieel-administratieve afdeling om vast te stellen of:
Alle bovenstaande zijn juist
De bestelde goederen of diensten zijn ontvangen en de goederen zijn opgenomen in het voorraadsysteem;
De gefactureerde goederen of diensten zijn besteld door de bevoegde functionaris;
De overeengekomen inkoopprijs en eventuele kortingen correct zijn toegepast; de bijzondere kosten (vrachtkosten, emballage) volgens de leveringscondities zijn doorberekend; de berekeningen, waaronder ook die van de BTW, en de tellingen juist zijn uitgevoerd.
32
I De inkoopfunctie bestaat uit twee deelgebieden:
de tactische inkoop en operationele inkoop.
II Het zich oriënteren op mogelijkheden en ontwikkelingen van (inkoop)markten en aangeboden goederen valt onder het deelgebied tactische inkoop.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
Beide beweringen zijn onjuist.
Beide beweringen zijn juist.
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
33
Bij goederenontvangst controleert de magazijnmeester:
Of de goederen besteld zijn, of de juiste hoeveelheden zijn geleverd en de prijs
Of de juiste hoeveelheden zijn geleverd, de prijs en de kwaliteit
Of de goederen besteld zijn, of de juiste hoeveelheden zijn geleverd en de kwaliteit
Of de goederen besteld zijn, de prijs en de kwaliteit
34
Partieel roulerende inventarisatie betekent:
De hele voorraad tegelijk tellen op verschillende (roulerende) tijdstippen
Een deel van de voorraad tellen (partieel) door verschillende teams (roulerend)
Elke periode (bijvoorbeeld maand) een deel van de voorraad tellen
De hele voorraad tegelijk tellen door verschillende (roulerende) teams
35
De ontvangst van goederen:
Mag in de voorraadadministratie niet worden verwerkt door de magazijnmedewerkers vanwege het risico van fraude
Mag in de voorraadadministratie niet worden verwerkt door de magazijnmedewerkers omdat hier sprake is van functievermenging (registrerend en bewarend)
Kan in de voorraadadministratie worden verwerkt door de magazijnmedewerkers omdat controle door middel van de three-way-match plaatsvindt
Kan in de voorraadadministratie worden verwerkt door de magazijnmedewerkers om zo voorraadverschillen te kunnen afboeken
36
De functie magazijnbeheerder is in het kader van controle technische functie scheiding:
Bewarende en beschikkende functie
Bewarende en controlerende functie
Beschikkende en uitvoerende functie
Bewarende en registrerende functie
37
I Integrale inventarisatie betekent de gehele voorraad tegelijk tellen.
II In geval van een grijpvoorraad is er sprake van een gesloten magazijn .
Beide beweringen zijn juist.
Bewering I is juist, bewering II is onjuist.
Beide beweringen zijn onjuist.
Bewering I is onjuist, bewering II is juist.
commentaren
(0)
autorenew
Ajb leeg laten:
Ajb leeg laten:
Ajb leeg laten:
Kleur wijzigen
marineblauw
blauw
groenblauw
grijsgroen
groen
donkerrood
rood
purper
fuchsia
grijs
B
I
U
groot
klein
×
Weet je zeker dat je dit commentaar wilt verwijderen?
Deze commentaar verwijderen
afbreken
commentaren (0)
Weet je zeker dat je dit commentaar wilt verwijderen?