Wat je altijd al wilde weten over intelligentie!
De 10 meest gestelde vragen over IQ!
Wat heb je altijd al willen weten over intelligentie? De hele wereld zit vol met mensen zoals jij. Gelukkig zijn sommigen van hen wetenschappers en hebben ze antwoorden op deze vragen gevonden.
Inhoudsopgave
- De 10 meest gestelde vragen over IQ!
- Maakt intelligentie je gelukkig?
- Heeft intelligentie te maken met onderwijs?
- Is intelligentie erfelijk?
- Is intelligentie te leren?
- Zijn mooie mensen slimmer?
- Is intelligentie in het gezicht af te lezen?
- Zijn chaotische mensen intelligenter?
- Zijn nachtbrakers intelligenter?
- Zijn humoristische mensen intelligenter?
- Zijn blondjes echt dommer?
- Ben je klaar voor een IQ-test?
1. Maakt intelligentie je gelukkig?
Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden, zou men eerst moeten onderzoeken wat het betekent om gelukkig te zijn.
Verschillende factoren spelen een belangrijke rol bij het bepalen of men gelukkig is. Deze omvatten gezondheid, relaties met een partner en andere mensen, professioneel succes, materiële situatie, mogelijkheden om aan sport en hobby's te doen, en vele andere factoren die van persoon tot persoon verschillen.
Om de bovenstaande vraag te beantwoorden of intelligentie gelukkig maakt, laten we het geluk beperken tot de punten opleiding en beroepssucces.
Als men in staat is zijn denken bewust aan te passen aan nieuwe eisen, nieuwe taken op te lossen; is men dan gelukkiger dan degene die deze vermogens niet bezit? In het algemeen is het antwoord op deze vraag ja, vooral als men erin slaagt deze vaardigheden in het onderwijs en later in het leven te gebruiken. Uit onderzoek is inmiddels bekend dat intelligentie een enorme invloed heeft op schoolsucces, dat een hogere intelligentie leidt tot betere resultaten op school, dat het iemands carrière een impuls geeft en dus ook kan leiden tot een hogere sociale status.
Hoe zit het met de hoogbegaafden? Hoogbegaafden zijn zij die een intellectueel vermogen hebben dat ver boven het gemiddelde ligt. Maar zijn deze extra IQ-punten indicatief voor een gelukkiger leven? Dat is discutabel. Men zegt zelfs dat intelligentere mensen vaker dingen in twijfel trekken en daarom vaker angstig zijn. Extreme bezinning en dus het uitstellen van handelingen kan eigenlijk ook een negatieve invloed hebben op het leven. Perfectionisten ervaren daarom minder vaak een gevoel van voltooiing (of zien dat niet zo). Maar als een minder intelligent persoon niet veel nadenkt over zijn daden, is hij dan automatisch gelukkiger? Waarschijnlijk niet.
Dit laat dan weer zien dat een gelukkig leven niet alleen door IQ bepaald kan worden. Een hoog IQ is ook niet voldoende om een gelukkig tussenmenselijk leven te leiden; emotionele intelligentie speelt hier een essentiële rol.
2. Heeft intelligentie te maken met onderwijs?
Om de vraag te beantwoorden moet men de verschillen tussen intelligentie en opleiding bespreken. Opleiding drukt de hoeveelheid kennis uit die iemand heeft verworven. De opleidingsgraad verwijst vaak naar de schooldiploma's of de behaalde academische graad. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe meer kennis men heeft opgedaan.
Aangezien intelligentie, kort gezegd, het vermogen is om logische verbanden te leggen tussen feiten en daaruit conclusies te trekken, is onderwijs een noodzakelijke voorwaarde voor intelligentie. Alle intelligentie van de wereld zou geen nut hebben als men niet over de nodige kennis beschikte. Zoals studies hebben aangetoond, stijgt de intelligentie gestaag in de kindertijd en de adolescentie, om dan vanaf het 3e levensdecennium weer iets af te nemen. Onderwijs en opleiding is een levenslang proces geworden.
Wie intelligent is, beseft ook dat onderwijs een noodzakelijke voorwaarde is om zijn bestaande intelligentie daadwerkelijk in zijn eigen voordeel te kunnen gebruiken. Studies tonen aan dat kinderen van intelligente, goed opgeleide ouders zelf ook intelligent zijn en streven naar een hoog opleidingsniveau.
Een IQ-test bewijst de afhankelijkheid tussen verdere scholing en een toename van de intelligentie.
Daarvoor moet men de IQ-tests nader bekijken. Je merkt al snel dat een basiskennis nodig is om de testvragen te beantwoorden. Als je bijvoorbeeld gevraagd wordt welke stad niet overeenkomt met de andere en één stad is geen hoofdstad, dan is het nodig de hoofdsteden te kennen. En inzicht in getallen is immanent belangrijk om toetsvragen goed te kunnen beantwoorden.
Dit verklaart het dus: een goede opleiding vereist een hogere intelligentie om het geleerde te kunnen verwerken. De hersenen hebben voldoende capaciteiten nodig om een bepaald niveau te bereiken en/of bepaalde aandachtspunten te verdiepen. Of het onderwijssysteem voldoende is aangepast aan deze verschillende eisen is een andere vraag.
3. Is intelligentie erfelijk?
Alle wetenschappelijk onderzoek wijst erop dat intelligentie tot op zekere hoogte erfelijk is. De bewering dat 80% - 85% van de intelligentie erfelijk is, kan vandaag de dag echter niet meer worden volgehouden. De schattingen lopen nog steeds sterk uiteen, tussen 40 en 80 %. In de jaren 80 van de vorige eeuw waren ze 40-50%, in de jaren 90 65-75% voor volwassenen en 40-45% voor kinderen. Het is nu bekend dat intelligentie ontstaat door de interactie van een groot aantal genen.
De laatste studies, die ook op tweelingen zijn uitgevoerd, tonen aan dat verschillen in cognitieve vermogens bij de geboorte veroorzaakt worden door genetische factoren. Als een kind naar school gaat, neemt de invloed van de genen op de intelligentie toe tot 50%, en op volwassen leeftijd zelfs tot 70%.

De aanleg voor intelligentie wordt dus in onze wieg gelegd. Aanmoediging door de omgeving is noodzakelijk voor hun ontwikkeling. Want alleen opvoeding in zelfstandigheid, het stellen van veeleisende taken en de ontwikkeling van persoonlijkheidskenmerken als doorzettingsvermogen, ijver, motivatie en frustratietolerantie vormen de basis voor, dat uit een "slim geboren" ook een intelligent persoon wordt.
Onderzoeksresultaten uit de epigenetica laten zien dat veranderingen in persoonlijkheidskenmerken epigenetisch beïnvloed kunnen worden. In andere en vereenvoudigde bewoordingen betekent dit dat het leefmilieu invloed heeft op de genen. Meer precies bepalen omgevingsfactoren welke genen in- of uitgeschakeld worden, d.w.z. welke genen specifiek gelezen worden. Dit betekent met name dat de 1271 genvariaties die inmiddels zijn geïdentificeerd als een rol spelend bij de overerving van intelligentie altijd gezien moeten worden in een context met vele andere factoren.
4. Is intelligentie te leren?
Omdat we al weten dat intelligentie ook te maken heeft met opvoeding en dat naast erfelijkheid ook de omgeving invloed heeft op intelligentie, kan intelligentie in de breedste zin van het woord ook geleerd worden binnen een bepaald kader. Maar niet op dezelfde manier als men woordenschat of een gedicht leert. De betere vraag is: kan ik mijn IQ-score verhogen door te leren?
Hier blijkt uit onderzoek dat je zelfs als kind je IQ een beetje kunt verhogen door te oefenen en intensief te studeren voor IQ-tests. Dit komt omdat je bijvoorbeeld na een paar tests meer vertrouwd bent met de testsituatie en dus de test met meer rust en kalmte aflegt. Er werd echter ook aangetoond dat dit de IQ-score slechts met enkele punten (minder dan 10) kan verhogen.
Kinderen profiteren het meest van testsituaties, omdat ze nog in de ontwikkelingsfase zitten en hoe dan ook hun hersenen elke dag vullen met nieuwe informatie en nieuwe neuronen met elkaar verbinden, gewoon door de wereld te verkennen. Regelmatig testen helpt om het potentieel van onze kinderen te realiseren.
Nu vraag je je misschien af: wat maakt mij slimmer dan anderen?
Als je intelligentie bekijkt als slimheid, creativiteit, probleemoplossend vermogen, dan zie je dat vooral mensen met een hoge intelligentie uitzonderlijk goed presteren tussen hun 20ste en 30ste levensjaar en ook in de verdere decennia van hun leven intelligent blijven.
Maar ook mensen met een gemiddelde of lage intelligentie vergroten hun intelligentie tot de leeftijd van 26 jaar. Daarna is er echter al een afname van de intelligentie. Deze uitspraken zijn gebaseerd op de veronderstelling dat intelligentie gemeten kan worden door middel van intelligentietests. We nemen aan - bij gebrek aan andere mogelijkheden - dat de IQ-score inderdaad gebruikt kan worden als maat voor intelligentie. We spreken dan van validiteit - geldigheid - van deze maatstaf.
Over de invloed van erfelijkheid en invloeden van ouders en anderen in de kindertijd op de intelligentie op latere leeftijd wordt verderop geschreven.
5. Zijn mooie mensen slimmer?

Ook hier kan men suggesties vinden om intelligenter over te komen en zo een positieve indruk op anderen achter te laten. Omdat het effect op anderen een sterke invloed heeft in sollicitatiegesprekken en in het beroepsleven, zijn daar ook een aantal onderzoeken naar en ook coachingsaanbiedingen. Een eerste belangrijke overweging is: Welk effect wil ik hebben op mijn gesprekspartner?
In het algemeen kan men zeggen dat men een intelligente indruk maakt als men goed opgeleid is, op de hoogte is van de zaken die in het gesprek relevant zijn en dus zijn bekwaamheid toont, de aangesneden problemen snel begrijpt en mogelijke oplossingen kan aandragen. Maar ook uiterlijke kenmerken worden als bepalend gezien, die vooral ook de emotionele kant van de gesprekspartner beïnvloeden.
Wetenschappers bevelen daarom aan:
- Een rechte houding, die openheid toont, drukt zelfvertrouwen en intelligentie uit.
- Kleed je passend voor de gelegenheid en vermijd opdringerige geuren, die bijvoorbeeld door parfum veroorzaakt kunnen worden.
- In een gesprek moet je langzaam spreken en duidelijk articuleren en door je weloverwogen woordkeuze laten zien dat je geestig met taal omgaat.
- Probeer niet wanhopig slim te lijken of als iemand van de wereld.
Het is dus niet zozeer de vorm van de jukbeenderen, maar een verzorgd uiterlijk en opleiding die iemand intelligent doen lijken.
6. Is intelligentie in het gezicht af te lezen?

Waarschijnlijk niet, ook al beweren een paar studies er bewijs voor gevonden te hebben. Anders zou men zich de IQ-test kunnen besparen en zou er zeker al software zijn gebaseerd op gezichtsherkenning om intelligentie te bepalen. Anderzijds kan worden vastgesteld dat intelligentie tot op zekere hoogte erfelijk is en zich ontwikkelt op basis van de sociale omgeving. Omdat een hoge intelligentie vaak leidt tot intellectuele activiteit, waarvoor in het dagelijkse beroepsleven vaak een verzorgd uiterlijk nodig is, kan men aannemen dat er in beperkte mate een verband bestaat tussen een verzorgd gezicht en een hoge intelligentie.
Dat lijkt ook te blijken uit een vaak geciteerde studie van de Charles Universiteit in Praag uit 2014.
In deze studie van slechts 40 mannen en 40 vrouwen wordt een waarneembaar verband beweerd tussen intelligentie en gezicht bij de mannen. De foto's van de gezichten van deze 40 mannen en 40 vrouwen werden ter beoordeling voorgelegd aan 85 geselecteerde vrouwen en 75 mannen. Deze konden de intelligentie van de 40 mannen, bepaald aan de hand van een IQ-test, in wezen correct beoordelen aan de hand van de foto's. Meer precies kon worden berekend dat er een positieve correlatie was tussen de beoordeling van de intelligentie uit de foto's en de IQ-score.
Dit werkte echter niet voor de 40 vrouwen.
Ook de correlatie tussen waargenomen aantrekkelijkheid en waargenomen intelligentie van de 40 mannen en 40 vrouwen werd onderzocht. Uit de evaluatie van de 160 gemaakte beoordelingen bleek een positieve correlatie tussen waargenomen aantrekkelijkheid en waargenomen intelligentie voor zowel de mannen als de vrouwen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat in het algemeen aantrekkelijkere mensen ook als intelligenter worden gezien.
7. Zijn chaotische mensen intelligenter?

Het antwoord is nee en ja. Maar wat is een chaotisch persoon? Het woordenboek geeft twee verklaringen van de term:
- (1) Een chaoot is een persoon "die niet bereid of in staat is de orde te bewaren" of.
- (2) Een chaoot is iemand "die zijn (politieke) overtuigingen probeert af te dwingen met gewelddadige acties en gerichte vernielingen".
Zelfs als chaotische mensen verontschuldigend beweren dat "degenen die van orde houden te lui zijn om ernaar te zoeken", zelfs als sommige werkplekken van wetenschappelijk werkende mensen voor andere mensen op pure chaos lijken, kunnen we ook uit eigen ervaring melden dat er in de vermeende chaos een orde is die voor andere mensen niet echt zichtbaar is.
Chaotische mensen zijn niet in staat om orde te scheppen of te handhaven. Hieruit kan geconcludeerd worden dat chaotische mensen in de regel minder intelligent zijn.
Wat betreft de tweede definitie blijkt uit onderzoek en ervaring dat intelligente mensen in het algemeen geneigd zijn te denken dat (politieke) overtuigingen niet kunnen worden afgedwongen door gewelddadige acties of destructieve maatregelen.
Er zijn echter ook studies die menen bewezen te hebben dat stoornis en genialiteit samengaan. Zo schrijft een studie van de Universiteit van Minnesota dat de rommelige bureaus van genieën een teken zijn van hun intelligentie. Als het er niet om gaat dingen netjes te houden, denk je waarschijnlijk aan "grotere" dingen. Einstein wordt daar vaak als voorbeeld van genoemd. Dit komt echter uitsluitend door een beroemd vermeend citaat van de natuurkundige:
- Albert Einstein
Verder kan men ook uitspraken vinden die samengevat kunnen worden als "slordigheid en intelligentie gaan hand in hand".
Je kunt dus nadenken over welke mening je wilt onderschrijven. Dan kun je ook onderzoek vinden dat je kunt gebruiken om je eigen mening te rechtvaardigen. Of ze voldoen aan alle wetenschappelijke criteria valt echter te betwijfelen.
8. Zijn nachtbrakers intelligenter?

Laten we beginnen met onderscheid te maken tussen de chronotypen nachtbrakers en leeuweriken.
Leeuweriken zijn de vroege vogels die meteen productief en actief zijn, nachtbrakers zijn de late vogels die vooral 's avonds actief zijn en laat naar bed gaan. Laten we in onze verdere beschouwingen aannemen dat iedereen voldoende slaap heeft (meestal 8 uur).
Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 40% ofwel leeuweriken ofwel nachtbrakers zijn. Van de overige 60% kan alleen gezegd worden dat ze de neiging hebben om leeuweriken of nachtbrakers te zijn. Een andere observatie is dat kinderen de neiging hebben leeuweriken te zijn, pubers nachtbrakers, en dat dit na de puberteit weer kan veranderen.
Als we aannemen dat intelligentie toeneemt tijdens de fase van ontwikkeling naar volwassenheid, kunnen we geen verband leggen tussen chronotype en intelligentie.
Hoe ziet het er op volwassen leeftijd uit?
Studies hebben de volgende resultaten gevonden:
- Leeuweriken slapen beter en langer dan nachtbrakers. Slaapgebrek schaadt de prestaties van nachtbrakers. Leeuweriken daarentegen zijn consciëntieus en tevreden met hun leven.
- Nachtbrakers, d.w.z. mensen die 's nachts langer wakker blijven, zijn de intelligentere mensen.
Men kan enkele voorbeelden vinden van bekende persoonlijkheden met een hoge intelligentie die aantoonbaar leeuweriken of nachtbrakers waren. De natuurkundige Erwin Schrödinger bijvoorbeeld wees principiële ochtendcolleges af toen hij gevraagd werd om Max Planck op te volgen aan de universiteit van Berlijn (Illinger, Patrick; Süddeutsche Zeitung, 28.11.2014).
Twee studies die vaak in de algemene pers zijn aangehaald, beweren dat nachtbrakers intelligenter zijn dan leeuweriken. Eén studie komt van de Universiteit van Southhampton en is getiteld "Waarom nachtbrakers intelligenter zijn". De stelling is gebaseerd op het feit dat nachtbrakers beter in staat zijn nieuwe dingen in hun leven te integreren en sneller oplossingen voor problemen vinden. Bovendien hebben mensen die na 23.00 uur naar bed gaan en langer slapen meer geld tot hun beschikking en genieten ze een gelukkiger levensstijl.
De tweede studie komt van de Universiteit van Madrid en onderzocht ongeveer 1000 tieners met verschillende tests op hun bioritme en prestaties. Hiervan was 32% nachtbraker, 25% leeuwerik en de overige 43% kon niet bij een van de typen worden ingedeeld. Eén resultaat was dat de nachtbrakers meer van die mentale vaardigheden bezaten die geacht worden van belang te zijn voor betere banen en het bereiken van een hoger inkomen.
Tenslotte moet het resultaat genoemd worden van een zogenaamde meta-analyse (in een meta-analyse worden de resultaten van verschillende studies samengevat), die afkomstig was van de begaafde onderzoeker Preckel en aantoonde dat er "een licht positief verband bestaat tussen avondactiviteit en intelligentie".
9. Zijn humoristische mensen intelligenter?

Voordat we op deze vraag ingaan, moeten we kort bespreken wat we onder humor willen verstaan. Sigmund Freud schreef bijvoorbeeld dat humor een "basale mentale houding is die menselijke tekortkomingen in de kwalen van het leven erkent en ze lachend vergeeft".
Het gezegde "humor is als je toch lacht" is bekend. Humor kan daarom worden omschreven als een basishouding ten opzichte van het leven, waarbij de tekortkomingen die zich voordoen voor lief worden genomen. Humor kun je ook op jezelf toepassen door jezelf en je problemen niet zo serieus te nemen. Humoristische mensen lijken "boven de dingen" te staan.
Om de hierboven gestelde vraag te beantwoorden zijn wetenschappelijke studies uitgevoerd.
Daardoor zou bewezen kunnen worden dat humoristische mensen daadwerkelijk intelligenter zijn. Humoristische mensen scoorden bijvoorbeeld aanzienlijk beter in intelligentietests.
De meeste mensen hebben een IQ tussen 90 en 110, terwijl bijzonder humoristische mensen tussen 126 en 138 scoorden in de tests. Hauck en Thomas van Bucknell University bewezen dat humor sterk correleert met intelligentie. (Correlatie meet de sterkte van het verband tussen twee kenmerken).
Psychologe Sonja Heinz van de Universiteit van Zürich kwam echter tot een andere conclusie. In de resultaten van haar onderzoek naar humor en persoonlijkheid stelt ze dat humor en intelligentie nauwelijks gekoppeld zijn, d.w.z. dat er op zijn best slechts een zwakke correlatie is.
Dus hoewel er een correlatie is, is humor uiteindelijk geen definitieve indicator voor intelligentie.
Tot slot een citaat van Erich Kästner: "Humor is de paraplu van de wijzen."
10. Zijn blondjes echt dommer?

Nee is het ondubbelzinnige antwoord. Want ook deze vraag is wetenschappelijk onderzocht.
De meer algemene vraag is: Is er een verband tussen haarkleur en intelligentie?
Jay Zagorsky van de Ohio State University, gaf een antwoord op deze vraag in een onderzoek in 1976 waarin meer dan 10.000 mannen en vrouwen werden getest. Volgens dit onderzoek hadden vrouwen met blond haar een gemiddeld IQ van 103,2, brunettes een IQ van 102,7, zwartharige vrouwen een IQ van 100,5 en roodharige vrouwen een IQ van 101,2. Statistisch gezien zijn deze verschillen niet relevant, d.w.z. een verband tussen haarkleur en intelligentie kon met dit onderzoek niet worden aangetoond.
In de pers kun je een aantal artikelen vinden over blondines en intelligentie, bij ons weten verwijzen ze allemaal naar de bovengenoemde studie van Zagorsky.
Ben je klaar voor een IQ-test?
Op basis van de vragen en antwoorden die je nu gelezen hebt, heb je nu vast wel een vermoeden waar je op het intelligentiespectrum ligt. Of wil je het tegendeel bewijzen?
In dat geval is het tijd voor een IQ-test! Maar vergeet niet:
"Want het is niet genoeg om een goed verstand te hebben, het belangrijkste is om het goed te gebruiken."
- Rene Decartes
Start hier de meest gedetailleerde gratis IQ-test
Andere IQ-Tests
Hoe kan ik mijn IQ verbeteren?
Wat meten IQ-tests?
Gezegdes en citaten over intelligentie
Wat je altijd al wilde weten over intelligentie
Maakt sport je slimmer?
Kunstmatige intelligentie - is het al slimmer dan jij?
Weet je zeker dat je dit commentaar wilt verwijderen?