De IQ test

Deze test moet jij doen:
- als je wilt trainen en je mentale conditie wilt verbeteren,
- als je jezelf beter wilt leren kennen en beoordelen,
- en als je op zoek bent naar een tijdverdrijf dat je iets terug geeft op de lange termijn.

Met deze test sta je op het punt te leren wat voor type vragen je kunt verwachten van een IQ test. Neem er gerust de tijd voor. Het is veel belangrijker de vragen te begrijpen dan om ze snel te beantwoorden. Veel plezier ermee!

Laten we beginnen met de IQ test

Voor de volgende vragen moet je alfanumerieke patronen die volgens bepaalde regels zijn opgebouwd zien te analyseren.

Vraag 1: Geef het ontbrekende getal aan: 3 , 5, 8, 13, 21,

Vraag 2: Geef het ontbrekende getal aan: 4, 5, 8, 17, 44,

Vraag 3: Geef het ontbrekende getal aan: 3, 4, 8, 17, 33,

Vraag 4: Geef het ontbrekende getal aan: 11, 9, 7, 5, 3,

Vraag 5: Geef het ontbrekende getal aan: 3, 6, 18, 72, 360,

Vraag 6: Geef het ontbrekende getal aan: 30, 29, 27, 26, 24, 23, 21, 20,

Vraag 7: Geef het ontbrekende letter aan: A, D, G, J,

Vraag 8: Geef de ontbrekende letter aan: D, G, K, N, R,

Vraag 9: Geef de ontbrekende letter aan: B, C, E, H, L,

Woordenspel

Vraag 10: Geef aan welke letter ontbreekt om twee woorden te vormen: SCHER AST

Vraag 11: Geef aan welke letter ontbreekt om twee woorden te vormen: TRO LAD

Vraag 12: Geef aan welke letter ontbreekt om twee woorden te vormen: DOE LEM

Vraag 13: Geef aan welk woord niet bij de anderen hoort (betekenis) (wat hoort in het volgende rijtje niet thuis):

Londen    Parijs    Dublin    Den Haag    Wenen

Vraag 14: Geef aan welk woord niet bij de anderen hoort (betekenis) (wat hoort in het volgende rijtje niet thuis):

Walvis    Haai    Haring    Karper    Snoek

Vraag 15: Geef aan welk woord niet bij de anderen hoort (betekenis) (wat hoort in het volgende rijtje niet thuis):

Edgar Allan Poe    Henry Adams    Jack London    Ernest Hemingway    Daniel Defoe

Series van figuren

Vraag 16: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 16

    a       b       c       d      

Vraag 17: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 17

        a       b       c       d       e      

Vraag 18: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 18

        a       b       c       d       e      

Vraag 19: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 19

a       b       c       d       e      

Vraag 20: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 20

        a       b       c       d       e      

Vraag 21: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 21

        a       b       c       d       e      

Vraag 22: Geef aan wat de volgende in de serie is:

vraag 22

        a       b       c       d       e      

Vraag 23: Wat hoort in het volgende rijtje niet thuis:

vraag 23

        a       b       c       d       e      

Vraag 24: Wat hoort in het volgende rijtje niet thuis:

vraag 24

        a       b       c       d       e      

Zoek dezelfde kubussen. Alle kanten van een kubus zien er verschillend uit. Geef de oplossing aan met tenminste twee overeenkomende kanten.

vraag 24

vraag 25
vraag 26
vraag 27
vraag 28
Vraag 25: Vraag 26: Vraag 27: Vraag 28:
a       a       a       a      
b       b       c       b      
d       c       d       c      
e       d       e       d      

Logische Vraag: Wat is de juiste conclusie?

 
Vraag 29: 30 jaar geleden deed een arbeider er vijf uur over een stoel te maken. Vandaag de dag kost het hem slechts 30 minuten.
a) De mens is bedrijviger geworden.
b) Mensen werken sneller om te voorkomen dat ze hun baan verliezen.
c) Stoelen gaan minder lang mee.
d) Arbeiders hebben meer vrije tijd.
e) De productiviteit is toegenomen.
 
Vraag 30: Met alcohol op achter het stuur gaan veroorzaakt veel ongelukken.
a) Mensen drinken te veel alcohol.
b) Mensen zouden niet moeten autorijden als ze over de limiet zijn.
c) De kans een ongeluk te veroorzaken onder invloed is 20 procent.
d) Alcohol vermindert de rijvaardigheid.
e) De politie zou meer blaastesten moeten uitvoeren.
 
Vraag 31: Tijdens de kerstperiode verkopen speelgoedwinkels meer.
a) In de winter spelen kinderen graag thuis.
b) De helft van alle kerstcadeaus bestaat uit speelgoed.
c) Tijdens de kerstperiode kopen mensen meer speelgoed.
d) In de winter wordt meer speelgoed geproduceerd.
e) Speelgoed voor volwassenen wordt steeds populairder.
 
Vraag 32: Vandaag is het woensdag. Wat voor dag is het vier dagen na gisteren?
a) Zondag   b) Maandag   c) Vrijdag   d) Donderdag   e) Zaterdag
 
Vraag 33: De dag voor de dag voor gisteren is drie dagen na zaterdag. Wat voor dag is het vandaag?
a) Zondag   b) Maandag   c) Vrijdag   d) Donderdag   e) Zaterdag
 
Vraag 34: Welke lamp is het helderst?
Lamp A is minder helder dan Lamp B
Lamp B is helderder dan Lamp C
Lamp C is net zo helder als Lamp D
Lamp B is helderder dan Lamp D
Lamp D is helderder dan Lamp A
Lamp A   Lamp B   Lamp C   Lamp D   geen oplossing
 
Vraag 35: Wie is het kleinst?
Oliver en Otto zijn gelijk groot
Bert is kleiner dan Ben
Ben is groter dan Otto
Oliver is kleiner dan Bert
a) Oliver       b) Otto       c) Bert       d) Ben       e) Geen van allen
 
Vraag 36: Een handelaar koopt thee voor €1200 and verkoopt het voor €1500. Per zak met thee maakt hij een winst van €50. Hoeveel zakken met thee had hij?
 
Vraag 37: 87 kg aardappels zijn verpakt in twee dozen. Een doos weegt 11 kg minder dan de andere. Hoeveel kilogram aardappels zit er in de minst zware doos?
 
Vraag 38: Wat is het resultaat als je alle getallen van 0 tot en met 25 met elkaar vermenigvuldigt?

Deze IQ test op je homepage?

En zo ziet het er uit!

Powered by Alle-Tests.nl

deutscher IQ Test

IQ Test in English deutscher IQ Test