query_builder

Je bent aan een quiz op tijd begonnen! Let op de countdown die verschijnt.

(Bloed)transfusie

FemaleMale
20 Vragen - Ontwikkeld door:
- Ontwikkeld op: - 3.028 keer opgeroepen

  • 1
    Welke controle(s) moet je doen voordat je een zak bloed aan mag hangen?
  • 2
    Welke bloedgroep wordt ook wel de universele donor voor plasma genoemd?
  • 3
    Ook antistoffen tegen de rhesus D-factor kunnen leiden tot ernstige transfusiereacties
  • 4
    Mensen met bloedgroep AB hebben suikergroepen B aan de buitenkant van hun rode bloedcellen en ‘natuurlijk voorkomende’-antistoffen tegen de suikergroepen van bloedgroep A.
  • 5
    Toedienen van bloedproducten buiten het ziekenhuis is toegestaan.
  • 6
    Doorspoelen van een infuussysteem voor transfusie moet met Nacl 0,9% of met Gluc 5 %.
  • 7
    Hemovigilantie op ziekenhuis niveau. Binnen het ziekenhuis wordt het hemovigilantie beleid bepaald door de transfusiecommissie van het ziekenhuis. Dit omvat 3 van onderstaande zaken:


    • Statistiek binnen de instelling m.b.t het verbruik van bloedproducten.
    • Registreren en analyseren van meldingen van transfusiereacties en incidenten binnen de transfusieketen.
    • Beheren van klinische protocollen en toezien op het hanteren hiervan.
  • 8
    Wat is / zijn de belangrijkste indicatie(s) voor het geven van plasma?
  • 9
    Een volwassen mens bezit vijf tot zes liter bloed
  • 10
    Wie is verantwoordelijk voor de opslag van de bloedproducten in het ziekenhuis?
  • 11
    Deze richtlijn bloedtransfusie geeft aanbevelingen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijk. Het betreft een Evidence Based Richtlijn
  • 12
    Voor compatibiliteitsonderzoek geldt: Bij een volledig “onbekende” patiënt heeft het laboratorium meestal 1 uur nodig om de bloedgroep en eventuele irregulaire antistoffen te bepalen
  • 13
    Een bloedtransfusie is eigenlijk een weefseltransplantatie
  • 14
    Wie is verantwoordelijk voor hemovigilantie in het ziekenhuis?
  • 15
    Bij een chronische anemie moet, indien mogelijk, altijd eerst de onderliggende oorzaak worden behandeld
  • 16
    Voor compatibiliteitsonderzoek geldt: Wijs de patiënt erop dat hij of zij iedere verandering in zijn of haar welbevinden (zoals rillingen, huiduitslag, kortademigheid) direct meldt bij de verpleegkundige
  • 17
    Rhesus D-negatieve patiënten mogen alleen een transfusie krijgen met rhesus D-positieve rode bloedcellen
  • 18
    De Wet inzake bloedvoorziening regelt kwaliteit, veiligheid en beschikbaarheid van bloed en bloedproducten
  • 19
    De belangrijkste indicatie voor het toedienen van erytrocyten concentraten is het herstellen van bloedvolume
  • 20
    Bloedtransfusie mag gegeven worden bij een lopend infuus met medicatie.

commentaren (0)

autorenew