×
Ontwikkel een quiz
Schrijf fanfiction
Mijn testen
Categorieën
▼
Acteurs
Boeken
Carrière
Cartoon & Manga
Denktesten
EQ Tests
Testen voor fans
Fanfictions
Film
Games en spelletjes
Gezondheid
IQ tests
Kennis
Liefde & relaties
Muziek
Onschuldtesten
Persoonlijkheid
Pret & fun
Rijbewijs
Sterren
Sport
Talen
Top 10 lijstjes
TV series
Sociale medias
Voor mannen
Voor vrouwen
Nieuwe testen
Categorieën
Acteurs
Boeken
Carrière
Cartoon & Manga
Denktesten
EQ Tests
Testen voor fans
Fanfictions
Film
Games en spelletjes
Gezondheid
IQ tests
Kennis
Liefde & relaties
Muziek
Onschuldtesten
Persoonlijkheid
Pret & fun
Rijbewijs
Sterren
Sport
Talen
Top 10 lijstjes
TV series
Sociale medias
Voor mannen
Voor vrouwen
Nieuwe testen
Ontwerp
Ontwikkel een quiz
Mijn testen
Schrijf fanfiction
Carrière en baan tests
-»
andere Carrière en baan tests
Orthopedagogische Hulpverlening A
60 Vragen - Ontwikkeld door:
Femke te Ronde
- Geactualiseerd op:
15.04.2014
- Ontwikkeld op:
01.04.2014
- 3.649 keer opgeroepen
Oefenvragen Orthopedagogische Hulpverlening A
1
Wat betekend de afkorting IVBPR?
Integraal Verdrag voor de Burgerlijke Plichten en Rechten
Internationaal Verdrag voor de Burgerlijke Plichten en Rechten
Internationaal Verdrag voor de Burgerlijke en Politieke Rechten
Integraal Verdrag voor de Burgerlijke en Politieke Rechten
2
Internationaal recht is hetzelfde als
Staatsrecht
Mensenrechten
Burgerlijk recht
Bestuursrecht
3
Waar kun je aan denken bij burgerlijk recht?
Verdragen en uitkeringen
Faillissement en scheiding
Scheiding en uitkeringen
4
EVRM is een verdrag voor de inwoners van de landen die lid zijn van
Raad van Europa
Verenigde Naties
Europa
5
Hoe kan de rechterlijke macht getoetst worden?
EVRM
EHRM
IVBPR
6
Waar is meer inspraak bij mogelijk?
Drang
Geen van beide
Dwang
Drang en Dwang
7
Wanneer hoef je als hulpverlener geen informatie door te geven aan je 16 jarige cliënt?
Als ouders van de cliënt het niet willen
Als het vanwege therapeutische basis niet verstandig is
Je hoeft sowieso niet alle informatie te vertellen
8
Je bent autonoom als: er zonder jouw toestemming niets gebeurt met jouw lichaam. Welke uitzonderingen zijn er?
Kind, wilsonbekwame en EH
Kind, EH en gerede dwang
Kind, wilsonbekwame, EH en gerede dwang
9
Stelling 1: Tot 12 jaar geeft ouder, voogd of curator toestemming
Stelling 2: Van 12 tot 18 jaar geeft de wettelijk vertegenwoordiger en het kind zelf toestemming
Wat is juist?
Stelling 1 is juist
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Stelling 1 en 2 zijn juist
Stelling 2 is juist
10
Een kind van 15 jaar is zwanger en wil abortus plegen. Haar ouders willen niet dat ze dat doet. Wat gebeurt er?
Beide partijen moeten het eens worden
De abortus mag niet doorgaan
De abortus mag wel doorgaan
11
Een kind van 15 jaar met een licht verstandelijke beperking is zwanger en wil abortus plegen. Haar ouders willen niet dat ze dat doet. Wat gebeurt er?
Beide partijen moeten het eens worden
De abortus mag wel doorgaan
De abortus mag niet doorgaan
12
Wanneer is een man automatisch vader van een kind?
Als hij getrouwd is of als er gedeeld partnerschap is tussen de man en de moeder van het kind
Als er gedeeld partnerschap is tussen de man en de moeder van het kind
Als hij getrouwd is met de moeder van het kind
13
Hoeveel voogden kan een kind hebben?
Geen
Één
Twee
14
Als je geen wettelijk vertegenwoordiger bent, heb je
Geen ouderlijk gezag
Curatorschap
Wel ouderlijk gezag
15
Stelling 1: De niet- gezaghebbende ouder behoudt het recht op belangrijk medische informatie over zijn/haar kind.
Stelling 2: Een stiefouder kan ouderlijk gezag verwerven.
Wat is het goede antwoord?
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
Stelling 1 is onjuist
Stelling 2 is onjuist
16
Wanneer is er sprake van voogdij?
Als de laatst levende ouder overleden is of als het ouderlijk gezag ontnomen is van de ouders
Beide antwoorden zijn juist
Beide antwoorden zijn onjuist
De eerste stelling is juist
17
Een cliënt mag altijd om een andere mening van een hulpverlener vragen.
Gedeeltelijk juist
Onjuist
Juist
18
Je partner is ernstig ziek en je wilt het dossier van hem inzien. Je gaat naar de huisarts, wat zal de huisarts zeggen?
Ik mag u het dossier laten lezen
Ik mag u het dossier alleen met toestemming van uw man laten lezen
Ik mag u het dossier niet laten lezen
19
Je fysiotherapeut wil een aantal dingen bespreken met de huisarts. Mag dat?
Alleen met toestemming van mij
Ja
Nee
20
Je hebt meldplicht bij kindermishandeling en huiselijk geweld. Waar of niet waar?
Niet waar
-
Waar
21
Wat gebeurt er als een ouder onder curatele staat?
Dan vervalt de wettelijke vertegenwoordiging
Dan vervallen beiden
Dan vervalt het ouderlijk gezag
22
Wanneer kan er sprake zijn van een meemoeder?
Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap van een lesbisch stel, als vader het kind niet heeft erkend.
Bij huwelijk van lesbisch stel, als vader het kind niet heeft erkend
Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap van een lesbisch stel
23
Wat verstaan we onder actieve informatieplicht?
Niet- gezaghebbende ouder heeft recht op algemene informatie
-
Gezaghebbende ouder is verplicht om informatie door te geven aan de niet- gezaghebbende ouder.
24
Hoelang duurt een kinderbeschermingsmaatregel?
Tot maximaal 23 jaar
Tot maximaal 21 jaar
Tot maximaal 18 jaar
25
Stelling 1: Bij ontzetting is er sprake van ouders die onmachtig of ongeschikt zijn.
Stelling 2: Bij ontheffing is er sprake van misbruik van het gezag of grove verwaarlozing.
Wat is het goede antwoord?
Stelling 2 is onjuist
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
Stelling 1 en 2 zijn juist
Stelling 1 is juist
26
Tamara en Bob zijn getrouwd en hebben twee kinderen. Ze gaan scheiden, want Tamara is zwanger van een ander. De kinderen blijven bij Tamara. Moet Bob betalen voor de kinderen?
Ja, want hij is wettelijk vertegenwoordiger en moet betalen voor zijn kinderen t/m 18 jaar.
Nee, want hij heeft geen ouderlijk gezag meer.
Ja, want hij is wettelijk vertegenwoordiger en moet betalen voor alle kinderen.
Ja, want hij heeft ouderlijk gezag/wettelijke vertegenwoordiging en moet betalen voor zijn kinderen tot 21 jaar.
27
Hoe verwoord ik wat ik ervaar? is een hulpvraag:
Onderkennende
Verklarende
Verhelderende
Indicerende
28
In de probleemanalyse van de Diagnostische Cyclus hoort de volgende hulpvraag:
Onderkennende
Verklarende
Verhelderende
Indicerende
29
De strategiefase van HGD is de van DC:
Indicatieanalyse
Verklaringsanalyse
Klachtenanalyse
Probleemanalyse
30
Stelling 1: Bij HGD is de diagnose een doel op zich, een middel om verantwoord te kunnen adviseren
Stelling 2: De diagnostiek is pas afgerond wanneer de cliënt het advies wenselijk en bruikbaar vindt
Beide juist
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
Beide onjuist
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
31
Welk model(len) speelt een cruciale rol bij HGD?
Het transactionele model van Sameroff en Chandler
Geen van beiden
Het ecologische model van Bronfenbrenner
Allebei
32
Wat houdt de goodness of fit in?
Het doelbewust afstemmen van de onderwijsleersituatie op verschillen tussen leerlingen in dezelfde groep.
Beide zijn juist.
De mate waarin de verwachtingen en de eigenschappen van de ouder afgestemd zijn op de capaciteiten, motivatie en gedragsstijl van het kind.
33
Wat wordt er verstaan onder adaptief onderwijs?
Didactiek
Kennis van ontwikkelings- en leergebieden en methodieken.
Een combinaties van kennis en vaardigheden
Professionele inventiviteit
34
Positieve factoren zijn:
Factoren waarvan de diagnost denkt dat ze bijdragen tot een positieve ontwikkeling van het kind.
Factoren waarvan empirisch is aangetoond dat ze het kind beschermen tegen negatieve risicofactoren.
Factoren waarvan de omgeving van het kind vindt dat het een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het kind.
35
Alle fasen van HGD moeten doorlopen worden, wil er een goed advies als resultaat zijn:
-
Onjuist
Juist
36
Klachten zijn niet
-
Subjectief
Objectief
37
Uit het integratief beeld komt het volgende naar voren:
Wat er moet gebeuren om problemen te doen verdwijnen of verminderen
Indicaties en contra- indicaties
Een vertaling van de diagnose naar het advies
38
Er wordt aan het eind van de adviesfase altijd een handelingsplan opgesteld:
Onjuist
Juist
-
39
Welke fasen zijn vereist bij HGD?
Fase 1 en 3
Fase 1 en 2
Fase 1 en 4
40
HGD is een hypothesetoetsend model.
Onjuist
-
Juist
41
Wie is de cliënt bij HGD?
Diegene die daadwerkelijk contact opneemt met de diagnost met het verzoek aandacht te besteden aan de problematiek.
Diegene waarop het diagnostisch onderzoek betrekking heeft.
De school, de ouder en het kind die betrokken zijn bij HGD.
42
Wat houdt de locus of control in?
De mate waarin de cliënt denkt de belastende factor te kunnen beïnvloeden
De mate waarin de diagnost denkt de belastende factor te kunnen beïnvloeden
De mate waarin de omgeving denkt de belastende factor te kunnen beïnvloeden
43
De diagnostische vraagstelling is altijd open geformuleerd
-
Onjuist
Juist
44
Wat houdt probleemgedrag in?
Dat wat de school als ongunstig beschouwt
Alle antwoorden zijn goed
Dat wat de ouder als ongunstig beschouwt
Dat wat de diagnost als ongunstig beschouwt
45
Wat zijn attributies:
Mogelijke oplossingen die uitgevoerd kunnen worden
Factoren waaraan iemand het gedrag of een gebeurtenis toeschrijft
Mogelijke oplossingen die al geprobeerd zijn
46
Operationaliseren is het omzetten van een begrip in objectief observeerbare gedragingen:
-
Juist
Onjuist
47
Bij onderzoek is het van belang om te letten op; de betrouwbaarheid, validiteit, objectiviteit en normering. Deze vier punten samen worden ook wel genoemd
Operationaliserende criteria
Praktische criteria
Psychometrische criteria
48
Wat zijn contra- evidenties?
Hypothesen bij de onderzoeksfase die niet worden aangenomen
Hypothesen bij de strategiefase die niet worden aangenomen
Hypothesen bij de onderzoeksfase die beantwoord moeten worden.
49
Oppositioneel opstandige gedragsstoornissen zijn
Internaliserend
Affectief
Externaliserend
50
In de normale ontwikkeling neemt gedrag toe.
Sociaal
Asociaal
Prosociaal
51
In de adolescentie neemt de af en de toe.
Er veranderd niets
Koppigheid Opstandigheid
Opstandigheid Koppigheid
52
Prosociaalgedrag houdt in dat;
Het kind iets opoffert van zichzelf voor de ander.
Het kind iets opoffert van de ander voor zichzelf.
Het kind iets opoffert van zichzelf voor zichzelf.
53
Wat is de volgorde van de stadia van moraliteitsontwikkeling?
Sociale waardering Abstracte idealen Zelfbelang
Zelfbelang Abstracte idealen Sociale waardering
Zelfbelang Sociale waardering Abstracte idealen
54
Er wordt gesproken van oppositioneel opstandige gedragsstoornis, als;
Het gedrag minimaal 12 maanden aanhoudt en er 5 kenmerken zijn
Het gedrag minimaal 6 maanden aanhoudt en er 4 kenmerken zijn
Het gedrag minimaal 3 maanden aanhoudt en er 3 kenmerken zijn
55
Een kenmerk dat niet bij de oppositioneel opstandige gedragsstoornis hoort, is;
Ruzie met volwassenen
Luistert niet naar regels
Hatelijke en wraakzuchtig
Agressie gericht op dieren
56
Er wordt gesproken van een antisociale gedragsstoornis, als;
Het gedrag minimaal 12 maanden aanhoudt
Het gedrag minimaal 6 maanden aanhoudt
Het gedrag minimaal 3 maanden aanhoudt
57
Wat is ernstiger:
CD
ODD
ADHD
58
Wat komt veel voor bij oppositioneel opstandige stoornissen;
Slaapproblemen
Dyslexie
ADHD
59
Hoe ziet de beste preventie van CD en ODD eruit?
Men moet zich richten op meerdere factoren
Men moet zich richten op meerdere risicofactoren
Men moet zich richten op meerdere beschermingsfactoren
60
Angststoornissen zijn;
Internaliserend
Affectief
Externaliserend
commentaren
(0)
autorenew
Ajb leeg laten:
Ajb leeg laten:
Ajb leeg laten:
Kleur wijzigen
marineblauw
blauw
groenblauw
grijsgroen
groen
donkerrood
rood
purper
fuchsia
grijs
B
I
U
groot
klein
×
Weet je zeker dat je dit commentaar wilt verwijderen?
Deze commentaar verwijderen
afbreken
commentaren (0)
Weet je zeker dat je dit commentaar wilt verwijderen?